Op 23 april heeft Azerbeidzjan een nieuwe grenscontrolepost opgericht op de Lachin-weg over de Hakari-rivier, na maandenlange geschillen met Armenië. Het officiële Bakoe beschuldigt Armenië er al maanden van de Lachin-weg te gebruiken voor het overbrengen van wapens en mijnen naar Karabach, wat volgens hen in strijd is met de trilaterale verklaring van 10 november 2020 tussen Armenië, Azerbeidzjan en Rusland, die voor relatieve stabiliteit in de regio en het staken van de vijandelijkheden heeft gezorgd.

Sinds 2022 werden de discussies over de noodzaak van een grenscontrolepost in Lachin luider na diverse berichten in de Azerbeidzjaanse media over vermeende illegale wapenoverdracht naar Karabach door Armenië onder het toeziend oog van de Russische vredeshandhavers. De Azerbeidzjaanse autoriteiten zagen echter af van de uitvoering van het idee van een controlepost vanwege het risico van een confrontatie met Rusland als belangrijkste scheidsrechter in het vredesproces tussen Bakoe en Jerevan.

Aan de andere kant verzette Armenië zich categorisch tegen elke retoriek over het grenscontrolepunt boven de nieuw aangelegde weg die Karabach met Armenië verbindt, verwijzend naar het punt van ongehinderde verplaatsing dat in het akkoord van november is aangegeven. In plaats daarvan beschuldigde Armenië Azerbeidzjan ervan de afsluiting te gebruiken om de vredesbesprekingen tussen beide landen “te dwarsbomen”.

Volgens het verhaal van Jerevan zou een eventuele grenscontrolepost worden beschouwd als een grove schending van de overeenkomst en van de rechten van de etnisch Armeense gemeenschap van Karabach op vrij verkeer van en naar de regio. Als tegenargument verwees officieel Bakoe naar zijn nationale veiligheid en zijn recht om dienovereenkomstig te handelen binnen de internationaal erkende grenzen.