Bouwen aan een veilige en inclusieve toekomst: een gemengde Azerbeidzjaanse en Armeense samenleving in Karabach I ANALYTICS

Auteurs: Dr.Agha Bayramov, Assistent Professor aan de Rijksuniversiteit Groningen en Tom Wagenmakers, docent aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Onlangs kondigde de zelfbenoemde leider van de Republiek Nagorno-Karabach aan dat de republiek op 1 januari 2024 zal ophouden te bestaan. Na tientallen jaren van conflict over deze republiek roept dit dringende vragen op: kunnen de Azerbeidzjaanse en Armeense gemeenschappen vreedzaam naast elkaar bestaan in Karabach? En zo ja, welke maatregelen zijn er dan nodig om hun veiligheid te garanderen?

Na de laatste escalatie van geweld in de regio zijn etnische Armeniërs uit Karabach naar Armenië gevlucht. De reden voor hun vlucht is bezorgdheid over hun veiligheid: ze vertrouwen de Azerbeidzjaanse regering niet. Op 29 september 2023 meldde Jerevan dat al 70.000 Armeniërs naar Armenië zijn gevlucht. Daarentegen zijn er tijdens de eerste Karabach-oorlog in de jaren ’90 ongeveer 700.000 Azerbeidzjanen ontheemd geraakt. Dit is dus zeker niet de eerste keer dat grote bevolkingsgroepen zijn gevlucht, maar het roept wel de vraag op of deze historisch met elkaar verweven gemeenschappen überhaupt een vreedzaam Karabach kunnen delen.

Bij het beantwoorden van deze vraag is het belangrijk om te erkennen dat vreedzame coëxistentie geen utopie is, maar historisch gezien één keer is gelukt. Tijdens het Sovjettijdperk, d.w.z. gedurende meer dan acht decennia, was Karabach een multi-etnische regio waar Azerbeidzjaanse en Armeense gemeenschappen in vrede naast elkaar leefden. Zelfs vandaag de dag kunnen de twee groepen dat nog: in Georgië, Iran en Turkije leven Armeniërs en Azerbeidzjanen samen. Dit toont aan dat de mogelijkheid van vreedzame coëxistentie vandaag de dag nog steeds bestaat. Het is de plicht van de internationale gemeenschap en de Azerbeidzjaanse regering om ervoor te zorgen dat de resterende 120.000 Armeniërs veilig kunnen integreren in het nieuwe Azerbeidzjaanse bestuur. Daarnaast moeten de 700.000 Azerbeidzjanen die eerder ontheemd waren, veilig naar hun huizen in Karabach kunnen terugkeren.

Een belangrijke kwestie die een vreedzame coëxistentie in de weg kan staan, is het wijdverbreide probleem van landmijnen die door Armeense troepen zijn geplaatst. De Crisisgroep meldt dat bijna een miljoen landmijnen de regio Karabach en de omliggende districten teisteren, waardoor zowel Azerbeidzjaanse als Armeense burgerlevens in gevaar komen. Deze verborgen gevaren bedreigen niet alleen de veiligheid van terugkerende Azerbeidzjanen en Armeniërs die daar blijven wonen, maar ook de vooruitzichten op een langdurig samenleven.

Daarom moet de internationale gemeenschap, inclusief de Europese Unie en de Verenigde Naties, prioriteit geven aan het verwijderen van deze landmijnen. Hiervoor is het eerst nodig om de dreiging van deze landmijnen te erkennen.

Het verwijderen van landmijnen is een cruciale stap in het creëren van een veilige omgeving voor Azerbeidzjaanse en Armeense gemeenschappen om samen te leven in Azerbeidzjan. Dit is niet alleen een humanitaire daad; het is een essentiële stap op weg naar duurzame vrede en de bescherming van mensenlevens. Door te helpen bij het opruimen van landmijnen kan de wereldgemeenschap helpen om het vertrouwen tussen de Azerbeidzjaanse en Armeense gemeenschappen te herstellen en een sfeer te scheppen die bevorderlijk is voor dialoog, verzoening en samenwerking.

Dus: Azerbeidzjaanse en Armeense gemeenschappen kunnen samenleven in het nieuwe Karabach, dat deel uitmaakt van Azerbeidzjan, maar er is een collectieve inspanning nodig om voor een veilige omgeving te zorgen. Door te helpen bij het verwijderen van landmijnen kan de internationale gemeenschap hier een goede bijdrage aan leveren.