Meest indrukwekkende onderhandelingsplatform – posities van Azerbeidzjaanse strijdkrachten

De onderhandelingen over een vredesakkoord tussen Bakoe en Jerevan bevinden zich in een ongekende fase. Op het eerste gezicht is de situatie bijna ongekend: de partijen ontmoeten elkaar op verschillende platforms tegelijk en verschillende machtscentra, zoals Washington, Brussel en Moskou, treden tegelijkertijd op als bemiddelaars.

Welke resultaten moeten van deze contacten worden verwacht, welk onderhandelingsplatform is doeltreffender en staat dichter bij de belangen van Azerbajdzjan? De voormalige minister van Buitenlandse Zaken van Azerbeidzjan en politiek analist Tofig Zulfugarov gaf zijn mening hierover aan Сaliber.Az.

  • Azerbeidzjaanse en Armeense ministers van Buitenlandse Zaken hebben elkaar enkele dagen geleden in Moskou ontmoet, en zeer binnenkort zullen ook president Ilham Aliyev en premier Nikol Pashinyan daar besprekingen op het hoogste niveau voeren. Hoe positief zijn volgens u de resultaten van de ministeriële besprekingen en wat kan het resultaat zijn van de onderhandelingen tussen de twee leiders? Kan Rusland in deze zin als bemiddelaar worden vertrouwd?
  • Voor zover ik weet, ligt er praktisch een “Khovayev”-project op tafel [Igor Khovayev is een speciale vertegenwoordiger van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken voor de normalisering van de Armeens-Azerbeidzjaanse betrekkingen – red.], maar met één verschil: het stelt voor de discussie over de “status” uit te stellen tot later. Dat is althans wat de lekken van Armeense zijde zeggen.

Er zijn andere bevestigingen van deze informatie: Vladimir Poetin zei tijdens de bijeenkomst in Sochi afgelopen najaar onomwonden “dat het project van Washington gericht is op de erkenning van Karabach als deel van Azerbeidzjan, en ons project stelt voor deze kwestie later te behandelen”.

Ilham Aliyev zei toen dat “deze kwestie voor ons gesloten is”, maar het lijkt erop dat Moskou de wens om precies deze versie van de overeenkomst door te drukken niet heeft laten varen. Het is niet voor niets dat de Armeniërs een dergelijk opzettelijk lekken van informatie toestaan.

Dit is een vorm van propaganda oorlogsvoering, dus waarom zouden we zulke gelegenheden weigeren? Wie proberen we een plezier te doen? Ik stel voor dat wij ook met soortgelijke methoden te werk gaan – wat heeft het voor zin om met een ernstig gezicht een oorverdovende stilte te bewaren terwijl de Armeense kant ons tegenwerkt?