Armeense autoriteiten zijn er niet in geslaagd grootschalige plunderingen in bezet Azerbeidzjaans land te voorkomen.

Caucasus Heritage Watch (CHW) heeft een jaar lang onderzoek afgerond naar de behandeling van Azerbeidzjaans cultureel erfgoed onder Armeense controle tijdens de Karabach-oorlogen.

Daarbij is gebruik gemaakt van een grote hoeveelheid satellietbeelden en andere bronnen en de bevindingen schetsen een complex beeld.

Uit de ongekende analyse per locatie door CHW blijkt dat het lot van moskeeën, mausolea en begraafplaatsen varieert. Van de 109 beoordeelde locaties waren er 42 structureel onveranderd sinds de late Sovjettijd, 9 liepen lichte schade op, 39 zware schade, 16 werden vernietigd, 2 werden gerenoveerd en 1 werd gerestaureerd.

“Grote schade bestond voornamelijk uit grootschalige plunderingen, die voornamelijk plaatsvonden in het decennium onmiddellijk na het staakt-het-vuren van 1994, te oordelen naar de satellietgegevens. Het opportunistisch plunderen van cultureel erfgoed vond plaats in de context van zwakke wettelijke, politieke en economische instellingen die ook de goed gedocumenteerde ruïnering mogelijk maakten van steden die ooit werden bewoond door Azerbeidzjanen die door de eerste oorlog werden verdreven,” aldus het onderzoeksrapport.

“Tot de meest recente door CHW gedocumenteerde sites behoren nog twee moskeeën in Shusha en een moskee in Fuzuli. In Shusha was de Mardinli moskee tijdens de Sovjetperiode verbouwd tot een bioscoop, waardoor het sacrale karakter van de plek wellicht al voor de eerste oorlog verloren was gegaan. Niettemin liep de historische structuur grote schade op vóór de eerste commerciële satellietbeelden in 2002.

In augustus 2016 waren de ruïnes van het bouwwerk nog zichtbaar, maar in september 2018 waren de resterende muren volledig verwijderd en het terrein ontruimd. Ook de Kocharli moskee van Shusha werd in het decennium na de eerste oorlog zwaar beschadigd, maar de bovenbouw was in 2002 nog intact. De moskee bleef in de daaropvolgende anderhalf decennium langzaam aftakelen, tot ergens vlak voor juni 2019, toen de moskee werd vernietigd en het terrein gesaneerd.

Uit het onderzoek blijkt ook dat de behandeling van erfgoedlocaties in de loop der tijd veranderde. Grote schade, voornamelijk bestaande uit grootschalige plunderingen, vond voornamelijk plaats in het decennium na het staakt-het-vuren van 1994, zoals bij de Chukhur Mahalla Moskee in Shusha.

Monumenten met metalen daken die konden worden gestript en verkocht als schroot werden meer getroffen dan structuren met een dak van aarde of steen. In verschillende gevallen werden metalen daken uit het Sovjettijdperk verwijderd, waardoor de koepels van een moskee bloot kwamen te liggen.

Aanbevolen artikelen