Armeense terroristen hebben de lijken van 200 burgerslachtoffers van de genocide in Khojaly begraven rond het fort Askeran, aldus de Staatsveiligheidsdienst van Azerbeidzjan, zo meldt Report.az.

Tijdens het verhoor vertelde Rashid Beglaryan, die beschuldigd wordt van het plegen van de misdaden, over zijn deelname aan de tragedie in Khojaly in februari 1992 en zei dat op 25 februari 1992 de Armeense strijdkrachten en illegale Armeense gewapende detachementen die onder hen opereerden, zich verplaatsten van de stad Khankandi naar de stad Khojaly, waar een dichte bevolking van burgers was. Volgens het vooraf afgesproken plan op het moment van hun aanval, werden er valse beloften gedaan aan de overlevende Azerbeidzjaanse burgers dat ze veilig door het Askaran-district zouden kunnen gaan in de richting van het Aghdam-district. Tot 200 mensen, voornamelijk vrouwen, kinderen en ouderen, die langs de oever van de Gargarchay rivier in de richting van het Aghdam district trokken, liepen in een hinderlaag in het gebied bij het Askaran fort en werden gedood met automatische geweren. Nadat de persoonlijke bezittingen van de overledenen door de leden van de criminele groep geplunderd waren, werden hun lichamen begraven.

Tijdens de verificatie ter plaatse van de getuigenis gaf Rashid Beglaryan gedetailleerde informatie over de plaatsen waar misdaden tegen de burgerbevolking werden gepleegd.