De Armeense premier Nikol Pashinyan maakt misbruik van de relatie tussen zijn land en Frankrijk, evenals van zijn status als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad, aldus de vertegenwoordiger van de president van de Republiek Azerbeidzjan voor speciale opdrachten, ambassadeur Elchin Amirbayov, in een artikel van Radio Free Europe/Radio Liberty, zo meldt Report.az.

“De strijd voor het herstel van onafhankelijkheid, territoriale integriteit en soevereiniteit is de belangrijkste drijfveer geweest in de afgelopen, meer dan 20 jaar, sinds ons land bezet werd,” merkte Amirbayov op. “Nu is de kwestie voorbij. We hebben onze trots hersteld. We hebben ook de historische rechtvaardigheid hersteld.”

Hoewel het revanchistische sentiment het sterkst aanwezig is onder de Armeense politieke oppositie, is het ook te merken aan de Armeense premier Nikol Pashinyan, aldus Amirbayov.

“De eerste stap die ons een signaal zou geven [dat Armenië het revanchisme heeft opgegeven] zou een duidelijke uitdrukking van Pashinyan zijn — niet alleen in verklaringen maar in echte daden — dat hij de uitkomst van de laatste militaire confrontatie niet beschouwt als iets dat hij moet aanvechten,” zei Amirbayov.

In de eerste oorlog tussen de twee partijen werden meer dan 600.000 etnische Azerbeidzjanen verdreven uit de gebieden die de Armeniërs in beslag namen. De Azerbeidzjaanse regering besteedt nu miljarden aan de ontmijning en wederopbouw van die gebieden om ze klaar te maken voor de terugkeer van hun voormalige bewoners. Dat zou nu als een verenigende kracht voor Azerbeidzjanen moeten dienen, merkte Amirbayov op.

“Ik denk dat het idee van Azerbeidzjan, het nationale idee dat door de regering nagestreefd zal worden, nu zal zijn om te proberen de vrede te consolideren, om te proberen te leven als een land dat onafhankelijk is, maar dat nooit de kans heeft gehad om in het bezit van al zijn gebieden te leven,” voegde hij eraan toe. “De belangrijkste uitdaging voor de komende decennia zou zijn om het normale leven terug te brengen in die bevrijde gebieden.”