Azerbeidzjan wil de Armeense kant, die het publiek misleidt in verband met de arrestatie van Vagif Khachatryan, die een misdaad tegen de menselijkheid heeft begaan, er nogmaals aan herinneren dat er geen beperkingen zijn in het internationaal humanitair recht die het nemen van passende maatregelen tegen oorlogsmisdadigers in de weg staan, zo staat te lezen in een verklaring van het Azerbeidzjaanse ministerie van Buitenlandse Zaken als reactie op de aantijgingen van de Armeense premier Nikol Pashinyan tijdens zijn toespraak op een regeringsbijeenkomst, zo meldt Report.az.

“Deze persoon werd gearresteerd in overeenstemming met de Azerbeidzjaanse wetgeving en het internationaal recht. De Armeense kant zou de zaak moeten steunen om degenen die verantwoordelijk zijn voor het plegen van misdaden tegen de menselijkheid en bloedbaden, waaronder genocide, tegen Azerbeidzjanen tijdens de bijna 30-jarige bezetting voor het gerecht te brengen, in plaats van hun daden te beschermen en te verdoezelen,” zei het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Azerbeidzjan.

Vagif Khachatryan, als onderdeel van de Armeense militaire formaties, richtte op 22 december 1991 een bloedbad aan onder Azerbeidzjanen in het dorp Meshali in het district Khojaly.

Maar liefst 25 Azerbeidzjanen werden gedood, 14 gewond en 358 dorpelingen vluchtten. Vagif Cherkezovich Khachaturyan wordt ter verantwoording geroepen op grond van de artikelen 103 (genocide) en 107 (deportatie of gedwongen verhuizing) van het Wetboek van Strafrecht van de Republiek Azerbeidzjan.

In het kader van de strafzaak werd hij op 29 juli aangehouden door militairen van de staatsgrensdienst bij de grenscontrolepost Lachin aan de Azerbeidzjaans-Armeense staatsgrens toen hij naar Armenië wilde vertrekken voor behandeling door bemiddeling van het Internationale Comité van het Rode Kruis. De rechtbank koos voor een dwangmaatregel in de vorm van arrestatie tegen Khachatryan.