Het sluiten van een vredesverdrag tussen Azerbeidzjan en Armenië is mogelijk als Armenië zich hier vastberaden voor inzet en zich constructief opstelt in het vredesproces, aldus de vertegenwoordiger van de president van de Republiek Azerbeidzjan voor speciale opdrachten, ambassadeur Elchin Amirbayov in een interview met het Italiaanse persbureau Adnkronos tijdens een werkbezoek aan Italië, zo meldt Report.az.

Amirbayov merkte op dat het bereiken van vrede en rust in de regio mogelijk is, maar alleen als Armenië “stopt met het imiteren van zijn deelname aan het vredesproces en constructief werk hervat aan het ontwerp-vredesakkoord dat Azerbeidzjan meer dan een jaar geleden aan het land heeft voorgelegd en dat gebaseerd is op vijf fundamentele principes van het internationaal recht.”

De vertegenwoordiger van de president van Azerbeidzjan benadrukte dat de positieve uitkomst van de onderhandelingen “grotendeels zal afhangen van de mate van oprechtheid van de Armeense autoriteiten,” die vandaag de dag helaas een dubbele aanpak hanteren: “Aan de ene kant praten ze over de wens om het werk aan een vredesverdrag af te ronden, aan de andere kant hebben ze een diplomatieke oorlog ontketend tegen Azerbeidzjan.”

Volgens Amirbayov “misbruiken” de Armeense autoriteiten verschillende internationale platforms, zoals de VN-Veiligheidsraad, het Europees Parlement en zelfs de Europese Unie zelf. Op die manier leidt Jerevan “niet alleen de aandacht van alle betrokken partijen af van de hoofdweg naar vrede, maar brengt het het proces ook op een dood spoor”, meent de ambassadeur, die verduidelijkt dat “Bakoe geen voorwaarden stelt” voor het bereiken van een overeenkomst.

“Maar ik denk dat Armenië, om tot een definitieve overeenkomst te komen, moet laten zien dat het de verplichtingen die het al is aangegaan, nakomt, dat het de beloften uit het verleden zal nakomen,” verduidelijkt hij, “Ik denk dat Armenië de onderhandelingen over de overeenkomst voor het vredesproject moet hervatten, maar dan wel op het hoogste niveau, en moet stoppen met het nastreven van hun eigen smalle politieke doelen in parallelle richtingen met de hulp van hun bondgenoten.”

De presidentiële vertegenwoordiger verwierp de beschuldigingen van Armeense zijde over etnische zuivering en genocide die door Azerbeidzjan in de regio Karabach zouden zijn gepleegd, als volledig ongegrond, en beschuldigde Jerevan van een banale devaluatie van deze concepten, terwijl “de feiten ter plaatse juist het tegenovergestelde aangeven”.

“Het was Armenië dat in het begin van de jaren negentig een totale etnische zuivering van de Azerbeidzjaanse bevolking uitvoerde in alle bezette gebieden van Azerbeidzjan, en wat de daad van genocide betreft, deze werd gepleegd door Armenië op 26 februari 1992, toen de stad Khojaly, bewoond door Azerbeidzjanen, volledig werd vernietigd, en de bevolking, inclusief vrouwen, ouderen en kinderen werden uitgeroeid,” zei Amirbayov, en herinnerde eraan dat “613 Azerbeidzjanen hier in één nacht werden gedood.” Tegelijkertijd respecteert Azerbeidzjan “de rechten van alle inwoners van het land, inclusief etnische Armeniërs die in de regio Karabach wonen,” benadrukte hij.

Amirbayov sprak ook over de grootschalige restauratiewerkzaamheden die de Azerbeidzjaanse autoriteiten uitvoeren in de gebieden die bevrijd zijn van dertig jaar Armeense bezetting, waarvoor de regering van het land al meer dan 7 miljard dollar heeft uitgegeven.

Hij ging ook uitgebreid in op een van de grootste problemen waarmee Azerbeidzjan tijdens het herstel na het conflict werd geconfronteerd, namelijk de ongekende vervuiling van de bevrijde gebieden met verschillende soorten landmijnen en niet-geëxplodeerde munitie.

“Armenië heeft ongeveer 1,5 miljoen landmijnen geplaatst, en het aantal slachtoffers aan Azerbeidzjaanse kant neemt voortdurend toe. Vandaag, na het staakt-het-vuren, bedraagt het aantal slachtoffers van Armeense mijnterreur in Azerbeidzjan 337 mensen,” zei hij.